Wat voor opleiding heeft u gedaan?

“Ik heb de middelbare school Atheneum gedaan en dat heette vroeger vwo ongedeeld. Want je kon alle vakken met elkaar combineren, omdat er was nog geen richting. Dus ik had het lekker makkelijk, dat was wel gaaf.”

“Ook heb ik één jaar Engels gestudeerd aan een vrije Universiteit in Amstelveen. Ik was 19 jaar oud toen ik Engels studeerde en woonde toen op kamers. Tegelijkertijd deed ik een cursus aan de Academie voor Kleinkunst met de richting hbo theater school. Uiteindelijk ben ik dat gaan doen en heb ik drie jaar de opleiding gevolgd. Het vierde jaar was een stage jaar en dat was mijn eerste productie “De zoon van Louis Davids”. Ik was 23 jaar oud dat ik van school afkwam.”

Wat wilde u vroeger worden?

“Toen ik een jaar of zeven was toen wilde ik heel graag prinses worden. Want dat leek mij een ontzettend leuk beroep. Het bleek geen beroep te zijn, haha!”

“Ik had natuurlijk hele rare fantasieën wat een mens zou kunnen worden, omdat ik zo ongelukkig was. Want je kunt in je fantasie vluchten. Dus ik heb mijzelf van alles toegedeeld in mijn fantasieën en pas toen in de laatste klas van de lagere school bleek dat ik heel goed kon leren.”

“Dus had ik vijf 9ens op mijn eindrapport. Iedereen was dus een beetje verbijstert. Maar dat kwam doordat ik een geweldige leraar had, die zo mooi kon vertellen en gaf zoveel vertrouwen in het leven. Dat ik me echt aan hem vast hield, hij was mijn gids. Ik zat natuurlijk heel graag op school, want dan zat ik niet thuis. Thuis was er onveiligheid en school is totaal veilig! Ik wilde van alles worden, als het maar niet thuis was en dit is uiteraard het belangrijkste.”

“Ja, ik kon gewoon heel goed zingen. Je begint met een soort basistalent. Ik had een hele mooie stem en kon heel hoog, heel hard, heel zuivel zingen en ik zat er nooit naast. Dat vonden mensen wel indrukwekkend. Dus iedereen vond dat ik wat met mijn stem moest doen. Maar ik was ook heel talig. Voor mijn mondeling tentamens had ik 10en. Dus ik wist dat iets met taal of iets met zang wilde gaan doen.”

“Toen ik 15 jaar oud was begon ik met werken in de horeca. Wat wel grappig is  dat het was met Gerard Joling in Schagen bij De Gouden Engel. Dat deed ik vanaf mijn 15de tot mijn Academie voor Kleinkunst heb ik altijd in de weekenden daar gewerkt. In Wieringerwaard was er een pannenkoekenhuis dat heette De Boogbrug en daar stond ik in het weekend toen ik wat ouder werd de hele tent te runnen.”

Wanneer ontdekte u dat u mensen kon vermaken?

“Eigenlijk wist ik niet dat ik mensen kon vermaken. Dat ontdekte ik pas toen ik van de Academie voor Kleinkunst af was. Toen ik mijn eerste musical rol moest doen en de mensen vreselijk in de lag schoten, omdat ik het plat Amsterdamse accent moest doen, dacht ik wat is hier nou weer leuk aan?”

“Een grap timen en een goed verhaal vertellen heeft heel veel voeten in de aarde. Ik was der helemaal niet goed in. Op de Academie voor Kleinkunst, was ik dan ook bloed, maar dan ook bloed serieus. Ik was één van de hardst werkende leerlingen. Dus ik was helemaal niet grappig, never nooit.”

“Ik heb het echt moeten ontdekken in de loop der jaren na mijn Academie. Ik heb het wel van Gerard Joling geleerd. Gerard kende ik al vanaf mijn derde á vierde jaar, want zijn ouders gingen met elkaar om en zijn moeder ging op ons oppassen. Geertje was een jeugd vriend. Hij kon als geen anders humor en valse geintjes uithalen. Ik dacht altijd: wauw, hoe komt hij erop. Ik was toen altijd bloedserieus en kwam er dus heel laat achter.”

Hoe bent u begonnen met zingen?

“Pas op mijn 15de nam ik zangles, eigenlijk omdat Gerard Joling zei dat ik een zo’n mooie stem heb. We hadden allebei last van bronchitis. Hij ging op zangles eigenlijk voor zijn bronchitis, omdat hij verkeert ademde. Gerard vond de zangdocent zo goed en zei dat ik daar ook heen moest. Het was ook inderdaad een hele goede zangleraar.”

“Vanaf mijn 15de zat ik ook in een bandje en ik had een vriendje en die speelde piano. Dus die zangles was een uitprobeersel, omdat ik het klassieke muziek zo mooi vond.”

Wat staat er bovenaan uw bucketlist?

“Gezond oud worden. Dat vind ik een mooi uitgangspunt.”

Wat is een hoogtepunt in uw leven?

“Het krijgen van kinderen. Dat is echt zo iets bijzonder! Dat had ik nooit gedacht dat het mij zou overkomen.”

“Weet je wel, het zingen en in het theater staan is ook gewoon werk. Het was ooit de vervulling van mijn leven en achteraf denk ik: nee, dit is gewoon mijn talent het daar heeft gebracht en dat is goed. Ik doe dit niet meer voor mijzelf, maar ik doe het om de zaal te vermaken. Dat heeft zich omgedraaid.

“Eerst wil je bewijzen dat je mag bestaan, daarna mag ik bewijzen dat ik oké ben en vervolgens bewijs ik het publiek een heel groot plezier. Maar het gaat erom dat de mensen die er zitten ze komen binnen met zorgen en gedachten vanuit thuis en mijn taak is om hun 2,5 uur later naar buiten te laten gaan met dat hun geen zorgen hebben gehad. Ik heb ze betoverd en daar is ons vak voor.”

Wie inspireert u?

“Er zijn natuurlijk verschillende niveaus van inspiratie en het belangrijkste is toch dat je het levensniveau laat inspireren. Kijk muzikaal kan je zeggen van Stevie Wonder tot Prince tot Amy whinehouse. Hun zijn ook allemaal inspirerend in hun werk. Maar qua levensfilosofie en levenswijsheid kijk ik graag even verder.”

“Waar ik veel van geleerd heb zijn de grote filosofen. Plato die heeft hele mooie filosofische kijk op het leven. Waardoor je zicht krijgt op het leven en je zicht krijgt op je situatie. De zinnen moeten je echt tot nadenken brengen zodat je jezelf daar tot toevertrouwd.”

“Maar bijvoorbeeld mensen die mijn inspireren zeg ik standaard Nelson Mandela. Omdat dat een man was die ondanks gevangenschap en ondanks alle slechte wat hem is aangedaan de grootheid had om verzoening te zoeken, om vrede te zoeken en om te vergeven. Dat vind ik zo knap. Dus die man heeft mij altijd veel geïnspireerd.”

Hoe bereid u zich voor op een optreden?

“Je bereid je voor de hele dag. Als ik  ‘s ochtend wakker word, hoor ik meteen aan mij stem of moet ik oppassen, extra dingen doen, rust moet nemen. De voorbereiding zit natuurlijk in concentratie.”

“Beetje make-up, haar, kostuum en afspraken met iedereen. Voelen dat iedereen oké is, want je speelt met elkaar en doet het nooit alleen. Theater maak je samen. Het leukste compliment dat ik kan krijgen is dat mensen zien dat wij plezier hebben op het toneel. Wat wij uitstralen geef je aan het publiek, want als ik een mooie show geef, willen mensen vaker naar het theater. Dus als ik het goed doe, gaat het publiek vaker naar het theater en zo verzorg je elkaars publiek.”

Wat is uw favoriete bezigheid in uw vrije tijd?

“Als ik vrij ben zou ik heel graag naar het theater gaan, een balletvoorstelling of naar het concertgebouw. Maar het belangrijkste en zeker toen de kinderen jong waren is: thuis zijn! Ik ben gek op strijken, de was doen, het huis opruimen, klusjes doen, samen met mijn dochter achter de naaimachine zitten en met mijn kinderen shoppen. Je doet wat met je kinderen, daar gaat het om!”

Wat is de beste les die u door de jaren heen heeft geleerd?

“Niemand is onmisbaar. Als ik zou stoppen met werken gaat niemand zeggen dat het erg is. Dan word gewoon jouw plek ingenomen door de volgende talent. De enige mensen waarvoor je onmisbaar bent, dat is je man en zijn je kinderen. Maar ook de mensen waar jij van houd en die van jou houden. Dat vond ik een hele goede les toen ik een burn out had.”

 

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      Geplaatst op: 10-11-2019